WAT ZIJN ENKELE VAN DE BASISDOCTRINES VAN SCIENTOLOGY?

Fundamenteel voor Scientology is een visie dat de mens een geestelijk wezen is. In Scientology wordt het geestelijke wezen de thetan genoemd. De term is afkomstig van de Griekse letter theta voor “de gedachte” of “het leven” of “de geest”. Het wordt gebruikt om verwarring met eerdere concepten van de ziel te vermijden. De thetan is onsterfelijk en heeft geleefd – en zal doorgaan met leven – door talloze levens. Iemand is een thetan die een verstand heeft en wie een lichaam bewoont . De thetan bezielt het lichaam en gebruikt het verstand.

Ook van fundamenteel belang in Scientology is het concept van het leven als verzuilde drangen (aandrijvingen, impulsen) richting overleving. Deze worden de drijfveren genoemd, het zijn er acht in totaal.

De Eerste Drijfveer is de drang tot bestaan als zichzelf. Hier komt individualiteit volledig tot uiting. Deze drijfveer kan de Zelfdrijfveer worden genoemd.

De Tweede Drijfveeris de drang tot bestaan als een seksuele activiteit. Deze drijfveer bestaat eigenlijk uit twee delen. De Tweede Drijfveer (a) is de geslachtsdaad zelf. En de Tweede Drijfveer (b) is het gezin, met inbegrip van het grootbrengen van kinderen. Deze drijfveer kan de Seksdrijfveer worden genoemd.

De Derde Drijfveer – is de drang tot bestaan in groepen individuen. Elke groep of onderdeel van een grotere groep kan als deel van de Derde Drijfveer worden beschouwd. De school, de vereniging, de stad en de natie maken alle deel uit van de Derde Drijfveer en elke hiervan is een Derde Drijfveer. Dit kunnen we de Groepsdrijfveer noemen.

De Vierde Drijfveer – is de drang tot bestaan als of van de Mensheid. Daar waar één volk als een Derde Drijfveer zou kunnen worden beschouwd, zouden alle volkeren tezamen als de Vierde Drijfveer kunnen worden beschouwd. Dit kunnen we de Mensheiddrijfveer noemen.

De Vijfde Drijfveer – is de drang tot bestaan van het dierenrijk. Dit omvat alles wat leeft, zowel plantaardig als dierlijk, de vissen in de zee, de dieren op het open land of in het bos, gras, bomen, bloemen, alles wat direct en innig door leven bewogen wordt. Dit kunnen we de Dierendrijfveer noemen.

De Zesde Drijfveer is – de drang tot bestaan als het fysisch universum. Het fysisch universum is samengesteld uit Materie, Energie, Ruimte en Tijd. In Scientology nemen we de eerste letter van elk van deze woorden en smeden daarmee een woord – MERT. Dit kan de Universumdrijfveer worden genoemd.

De Zevende Drijfveer – is de drang tot bestaan als of van spirituele wezens.Alles wat spiritueel is, met of zonder identiteit, zou onder de rubriek van de Zevende Drijfveer vallen. We kunnen dit de Spirituele Drijfveer noemen.

De Achtste Drijfveer – is de drang tot voortbestaan als oneindigheid. Dit wordt ook wel gezien als het Opperwezen. Deze wordt de Achtste Drijfveer genoemd, omdat het teken voor oneindigheid, ∞, rechtop gezet, het cijfer 8 vormt. We kunnen dit de Oneindigheids- of Godsdrijfveer noemen.

Scientologen duiden deze drijfveren gewoonlijk aan met hun nummer.

Een ander verschijnsel van deze drijfveren is dat ze het best kunnen worden voorgesteld als een serie concentrische cirkels, waarbij de Eerste Drijfveer het middelpunt zou zijn en elke volgende drijfveer de eerstvolgende cirkel daaromheen. Het idee van een groter wordende ruimte maakt dus deel uit van deze drijfveren.

Een van de fundamentele kenmerken van het individu is zijn vermogen om aldus door te groeien tot in de andere drijfveren. Maar pas wanneer men de Zevende Drijfveer in zijn geheel bereikt heeft, zal men de ware Achtste Drijfveer ontdekken.

Als voorbeeld van het gebruik van deze drijfveren kan men zien dat een baby bij de geboorte alleen maar aandacht voor de Eerste Drijfveer heeft. Echter, naarmate het kind opgroeit en zijn interesses zich uitbreiden, kan men zien dat het kind andere drijfveren begint te omarmen.

Een ander bruikbaar voorbeeld is dat iemand die niet in staat is op de Derde Drijfveer te fungeren, meteen ook niet in staat is om deel uit te maken van een team. Men zou dan dus ook kunnen zeggen dat hij niet in staat is om een sociaal bestaan te leiden.

Nog een opmerking over de acht drijfveren, geen van deze drijfveren van één tot en met zeven is belangrijker dan een van de andere wat het oriënteren van het individu betreft. Hoewel de drijfveren onderling niet even belangrijk zijn, wordt het vermogen van een individu om te leven bepaald door de mate waarin hij de zijndheid, doendheid en hebbendheid van elke drijfveer kan aannemen.

Door te observeren op welke wijze individuen aan de verschillende drijfveren deelnemen, kan men hun capaciteiten en tekortkomingen begrijpen.